Information du mot verbeelden (néerlandais → espéranto: figuri)

Synonymes: afbeelden, uitbeelden, verzinnelijken, voorstellen

Parti du discoursverbe
Prononciation/vərˈbeldə(n)/
Césurever·beel·den

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) verbeeld(ik) verbeeldde
(jij) verbeeldt(jij) verbeeldde
(hij) verbeeldt(hij) verbeeldde
(wij) verbeelden(wij) verbeeldden
(jullie) verbeelden(jullie) verbeeldden
(gij) verbeeldt(gij) verbeelddet
(zij) verbeelden(zij) verbeeldden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) verbeelde(dat ik) verbeeldde
(dat jij) verbeelde(dat jij) verbeeldde
(dat hij) verbeelde(dat hij) verbeeldde
(dat wij) verbeelden(dat wij) verbeeldden
(dat jullie) verbeelden(dat jullie) verbeeldden
(dat gij) verbeeldet(dat gij) verbeelddet
(dat zij) verbeelden(dat zij) verbeeldden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
verbeeldverbeeldt
Participes
Participe présentParticipe passé
verbeeldend, verbeeldende(hebben) verbeeld

Exemples d’usage

Stippeltjes verbeelden lijnen die slechts denkbeeldig aanwezig zijn.

Traductions

afrikaansuitbeeld
allemandabbilden; erscheinen; in Erscheinung treten; auftreten; figurieren
anglaisrepresent
bas allemandverbealden; vöärstellen
espagnolreproducir; retratar
espérantofiguri
frison occidentalôfbyldzje
frison saterlandoubieldje
portugaisfigurar; representar