Information du mot binnenlopen (néerlandais → espéranto: eniri)

Synonymes: binnengaan, inslaan, intreden

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈbɪnə(n)lopə(n)/
Césurebin·nen·lo·pen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) loop binnen(ik) liep binnen
(jij) loopt binnen(jij) liep binnen
(hij) loopt binnen(hij) liep binnen
(wij) lopen binnen(wij) liepen binnen
(jullie) lopen binnen(jullie) liepen binnen
(gij) loopt binnen(gij) liept binnen
(zij) lopen binnen(zij) liepen binnen
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) binnenlope(dat ik) binnenliepe
(dat jij) binnenlope(dat jij) binnenliepe
(dat hij) binnenlope(dat hij) binnenliepe
(dat wij) binnenlopen(dat wij) binnenliepen
(dat jullie) binnenlopen(dat jullie) binnenliepen
(dat gij) binnenlopet(dat gij) binnenliepet
(dat zij) binnenlopen(dat zij) binnenliepen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
loop binnenloopt binnen
Participes
Participe présentParticipe passé
binnenlopend, binnenlopende(zijn) binnengelopen

Exemples d’usage

We waren zo in ons gesprek verdiept dat de trein het station van Calais binnenliep voor we het beseften.

Traductions

albanaisaderoj; hyj
allemandeintreten; nach drinnen gehen; hineingehen; eingehen; einschlagen
anglaisenter; go in
danoisindtaste
espagnolentrar; montar; pasar a
espérantoeniri
féringienfara inn
françaisentrer; entrer dans; entrer en
frison saterlandientreede; ountreede
italienentrare
malaismasuk
papiamentodrenta
polonaiswejść
portugaisentrar
roumainintra
russeвойти; входить
scotsenter
souahéli‐ingia
thaïเข้า
turcgirmek