Information du mot uitwijzen (néerlandais → espéranto: elpeli)

Synonymes: naar buiten jagen, uitdrijven, uitjagen, verbannen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈœy̯tʋɛi̯zə(n)/
Césureuit·wij·zen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) wijs uit(ik) wees uit
(jij) wijst uit(jij) wees uit
(hij) wijst uit(hij) wees uit
(wij) wijzen uit(wij) wezen uit
(jullie) wijzen uit(jullie) wezen uit
(gij) wijst uit(gij) weest uit
(zij) wijzen uit(zij) wezen uit
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) uitwijze(dat ik) uitweze
(dat jij) uitwijze(dat jij) uitweze
(dat hij) uitwijze(dat hij) uitweze
(dat wij) uitwijzen(dat wij) uitwezen
(dat jullie) uitwijzen(dat jullie) uitwezen
(dat gij) uitwijzet(dat gij) uitwezet
(dat zij) uitwijzen(dat zij) uitwezen
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
wijs uitwijst uit
Participes
Participe présentParticipe passé
uitwijzend, uitwijzende(hebben) uitgewezen

Exemples d’usage

Zweden verwacht tot 80.000 asielzoekers uit te wijzen van wie de aanvragen zijn afgewezen.

Traductions

allemandausstoßen; bannen
anglaisexpel
catalanexpulsar
espagnolexpulsar
espérantoelpeli
françaisrejeter par intolérance
frison saterlandbanne; uutsteete