Information du mot aankijken (néerlandais → espéranto: rigardi)

Synonymes: aanschouwen, schouwen, aanzien, beschouwen, bekijken, zien naar, kijken naar, bezien

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈaŋkɛi̯kə(n)/
Césureaan·kij·ken

Exemples d’usage

Ze keek hem met een warme glimlach aan.
Terwijl ik hem aankeek, zal ik er niet bijzonder schrander hebben uitgezien.
Zij keken ons angstig en wantrouwend aan.
Blofeld bleef de twintig mannen aankijken.
In ieder geval moet ik zorgen dat ik hem niet aankijk!

Traductions

afrikaanskyk na; bekyk
allemandansehen; anblicken; anschauen; sehen nach; angucken
anglaislook at; eye
bas allemandbeskouwen
créole jamaïcainluk pan
danoisbetragte; se på
espérantorigardi
françaisregarder
frison occidentalsjen nei; besjen
scotsluik at
thaïดู