Information du mot innoveren (néerlandais → espéranto: renovigi)

Synonymes: renoveren, vernieuwen, hernieuwen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ɪnoˈveːrə(n)/
Césurein·no·ve·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) innoveer(ik) innoveerde
(jij) innoveert(jij) innoveerde
(hij) innoveert(hij) innoveerde
(wij) innoveren(wij) innoveerden
(jullie) innoveren(jullie) innoveerden
(gij) innoveert(gij) innoveerdet
(zij) innoveren(zij) innoveerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) innovere(dat ik) innoveerde
(dat jij) innovere(dat jij) innoveerde
(dat hij) innovere(dat hij) innoveerde
(dat wij) innoveren(dat wij) innoveerden
(dat jullie) innoveren(dat jullie) innoveerden
(dat gij) innoveret(dat gij) innoveerdet
(dat zij) innoveren(dat zij) innoveerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
innoveerinnoveert
Participes
Participe présentParticipe passé
innoverend, innoverende(hebben) geïnnoveerd

Exemples d’usage

Toch wordt er nog niet genoeg geïnnoveerd.

Traductions

allemanderneuern; renovieren
anglaisinnovate
danoisforny; renovere
espérantorenovigi; novigi
françaisreconduire; renouveler
frison saterlandnäimoakje
latinrenovare; reparare
portugaisrenovar
roumainînnoi
thaïต่อ