Information du mot dumpen (néerlandais → espéranto: forĵeti)

Synonymes: vergooien, weggooien, wegwerpen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈdɵmpə(n)/
Césuredum·pen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) dump(ik) dumpte
(jij) dumpt(jij) dumpte
(hij) dumpt(hij) dumpte
(wij) dumpen(wij) dumpten
(jullie) dumpen(jullie) dumpten
(gij) dumpt(gij) dumptet
(zij) dumpen(zij) dumpten
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) dumpe(dat ik) dumpte
(dat jij) dumpe(dat jij) dumpte
(dat hij) dumpe(dat hij) dumpte
(dat wij) dumpen(dat wij) dumpten
(dat jullie) dumpen(dat jullie) dumpten
(dat gij) dumpet(dat gij) dumptet
(dat zij) dumpen(dat zij) dumpten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
dumpdumpt
Participes
Participe présentParticipe passé
dumpend, dumpende(hebben) gedumpt

Exemples d’usage

Een van de verdachten heeft kort na de moord op Wiels op 5 mei vorig jaar verklaard dat het wapen daar was gedumpt.

Traductions

allemandfortwerfen; wegwerfen
anglaisdump
espérantoforĵeti
féringienbeina burtur; forkoma
françaisrejeter
frison saterlandwächsmiete
malaisbuang … membuang
sranantrowe