Information du mot doen (néerlandais → espéranto: prezenti)

Synonymes: aanbieden, voorschotelen, bieden, indienen, optreden, presenteren, spelen, vertonen, voorstellen, voorzetten, brengen, inbrengen, offreren

Parti du discoursverbe
Prononciation/dun/
Césuredoen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) doe(ik) deed
(jij) doet(jij) deed
(hij) doet(hij) deed
(wij) doen(wij) deden
(jullie) doen(jullie) deden
(gij) doet(gij) deedt
(zij) doen(zij) deden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) doe(dat ik) dede
(dat jij) doe(dat jij) dede
(dat hij) doe(dat hij) dede
(dat wij) doen(dat wij) deden
(dat jullie) doen(dat jullie) deden
(dat gij) doet(dat gij) dedet
(dat zij) doen(dat zij) deden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
doedoet
Participes
Participe présentParticipe passé
doend, doende(hebben) gedaan

Exemples d’usage

Nu zal ik jullie een voorstel doen.

Traductions

afrikaansoptree
allemandaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
anglaisintroduce; present; offer; perform; play; reenact; render; represent; constitute; tender; lodge; serve up
bas allemandpresenteren; vöärstellen
catalanpresentar
danoisforestille; præsentere; servere; udføre
espagnolpresentar; representar; retratar
espérantoprezenti
féringienbera fram; kunna; nevna; vísa
finnoisesittää
françaisoffrir; présenter
frison occidentaloanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
frison saterlandanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
islandaiskynna
italienpresentare
norvégienpresentere
papiamentopresentá
polonaisprzedstawiać
portugaisapresentar; oferecer
roumainintroduce; prezenta
suédoispresentera
thaïถวาย; แนะนำ; ยื่น