Information du mot rondbrengen (néerlandais → espéranto: distribui)

Synonymes: distribueren, verdelen

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈrɔndbrɛŋə(n)/
Césurerond·bren·gen

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) breng rond(ik) bracht rond
(jij) brengt rond(jij) bracht rond
(hij) brengt rond(hij) bracht rond
(wij) brengen rond(wij) brachten rond
(jullie) brengen rond(jullie) brachten rond
(gij) brengt rond(gij) bracht rond
(zij) brengen rond(zij) brachten rond
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) rondbrenge(dat ik) rondbrachte
(dat jij) rondbrenge(dat jij) rondbrachte
(dat hij) rondbrenge(dat hij) rondbrachte
(dat wij) rondbrengen(dat wij) rondbrachten
(dat jullie) rondbrengen(dat jullie) rondbrachten
(dat gij) rondbrenget(dat gij) rondbrachtet
(dat zij) rondbrengen(dat zij) rondbrachten
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
breng rondbrengt rond
Participes
Participe présentParticipe passé
rondbrengend, rondbrengende(hebben) rondgebracht

Traductions

allemandausteilen; verallgemeinern; verteilen
anglaisdistribute
anglais (vieil anglais)gedælan
catalandistribuir
danoisfordele
espagnoldistribuir
espérantodistribui
féringienbýta út
françaisdispenser; distribuer; répartir
frison saterlandferalgemeenerje; ferdeele; uutdeele
hongroisszór; terjeszt
italiendistribuire
luxembourgeoisverdeelen
papiamentodistribuí
portugaisdistribuir
suédoisutdela
tchèquedistribuovat; rozdělit; rozdělovat; rozložit; rozmístit
thaïจำหนาย; ปูน