Information du mot bakker (néerlandais → espéranto: bakisto)

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ˈbɑkər/
Césurebak·ker
Genremasculin
Plurielbakkers

Exemples d’usage

De bakker en de slager gingen voorop, daarachter de molenaar, de smid en de wagenmaker.
Nu mengde zich echter een bakker in het gesprek.
De bakkers schrokken dan ook ontzettend.

Traductions

allemandBacker; Bäcker
anglaisbaker
espérantobakisto; panisto
françaisboulanger; fournier
frison occidentalbakker
frison saterlandBakker
suédoisbagare
yidicheבעקער