Information du mot distilleren (néerlandais → espéranto: distili)

Synonymes: branden, destilleren, overhalen, stoken

Parti du discoursverbe
Prononciation/dɪstɪˈlerə(n)/
Césuredis·til·le·ren

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) distilleer(ik) distilleerde
(jij) distilleert(jij) distilleerde
(hij) distilleert(hij) distilleerde
(wij) distilleren(wij) distilleerden
(jullie) distilleren(jullie) distilleerden
(gij) distilleert(gij) distilleerdet
(zij) distilleren(zij) distilleerden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) distillere(dat ik) distilleerde
(dat jij) distillere(dat jij) distilleerde
(dat hij) distillere(dat hij) distilleerde
(dat wij) distilleren(dat wij) distilleerden
(dat jullie) distilleren(dat jullie) distilleerden
(dat gij) distilleret(dat gij) distilleerdet
(dat zij) distilleren(dat zij) distilleerden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
distilleerdistilleert
Participes
Participe présentParticipe passé
distillerend, distillerende(hebben) gedistilleerd

Exemples d’usage

Zich niet vermoeiend om een betekenis te distilleren uit de grommende klank die Puiras voortbracht, slenterde Rhialto naar de noordelijke poort.

Traductions

allemanddestillieren; brennen
anglaisdistil
catalandestil·lar
espagnoldestilar
espérantodistili
frison saterlanddestillierje
hongroisdesztillál
italiendistillare
papiamentodestilá
portugaisdistilar
suédoisdestillera
tchèquedestilovat