Information du mot goed (néerlandais → espéranto: posedaĵo)

Synonymes: bezit, bezitting, eigendom, vermogen

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ɣut/
Césuregoed
Genreneutre
Plurielgoederen

Exemples d’usage

Ọm de goederen die in mijn testament genoemd worden te kunnen erven, moeten mijn dochter Ulrica en mijn neef Manfred kapitein Arflane op zijn reis vergezellen.
Iedere dag riskeren ze hun leven om het leven en goed van anderen te beschermen.

Traductions

allemandBesitz; Besitztum; Besitzung; Eigentum; Gut
anglaispossession; property
anglais (vieil anglais)æht
bas allemandeygendom
danoisejendom
espagnolposesión
espérantoposedaĵo; proprietaĵo
féringienogn
françaispossession
frison occidentalbesit; besitting; eigendom
frison saterlandBesit; Besittenge; Goud; Oaindum
islandaiseign
italienpossesso
norvégieneiendom
papiamentopropiedat
portugaispossessão; propriedade
scotsaucht
suédoisegendom