Information du mot helen (néerlandais → espéranto: cikatriĝi)

Synonymes: dichtgaan, toegroeien

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈɦelə(n)/
Césurehe·len

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(hij) heelt(hij) heelde
(zij) helen(zij) heelden
Subjonctif
PrésentPassé
(dat hij) hele(dat hij) heelde
(dat zij) helen(dat zij) heelden
Participes
Participe présentParticipe passé
helend, helende(zijn) geheeld

Traductions

allemandvernarben
anglaiscicatrize
espérantocikatriĝi
portugaiscicatrizar‐se