Informo pri la vorto snoek (nederlanda → esperanto: ezoko)

Vortspecosubstantivo
Prononco/snuk/
Dividosnoek
Genrovira
Pluralosnoeken

Uzekzemploj

Maar ze zagen hem komen en schoten uit elkaar net als een stel vissen als een snoek naderbij komt.
Hij vond een doden snoek, gedeeltelijk opgegeten door een wezel, en verorberde de rest.

Tradukoj

anglapike
ĉeĥaštika
danagedde
esperantoezoko
feroagedda
finnahauki
francabrochet
germanaHecht
hispanalucio
italaluccio
katalunalluç de riu
portugalalúcio
rusaщука
saterlanda frizonaHäkte; Snouk
svedagädda