Informo pri la vorto proclameren (nederlanda → esperanto: proklami)

Sinonimoj: afkondigen, uitvaardigen, verkondigen, uitroepen

Vortspecoverbo
Prononco/proklaˈmerə(n)/
Dividopro·cla·me·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) proclameer(ik) proclameerde
(jij) proclameert(jij) proclameerde
(hij) proclameert(hij) proclameerde
(wij) proclameren(wij) proclameerden
(jullie) proclameren(jullie) proclameerden
(gij) proclameert(gij) proclameerdet
(zij) proclameren(zij) proclameerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) proclamere(dat ik) proclameerde
(dat jij) proclamere(dat jij) proclameerde
(dat hij) proclamere(dat hij) proclameerde
(dat wij) proclameren(dat wij) proclameerden
(dat jullie) proclameren(dat jullie) proclameerden
(dat gij) proclameret(dat gij) proclameerdet
(dat zij) proclameren(dat zij) proclameerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
proclameerproclameert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
proclamerend, proclamerende(hebben) geproclameerd

Tradukoj

afrikansouitroep; verkondig
anglaproclaim
ĉeĥaprohlásit; proklamovat; provolat; vyhlásit
esperantoproklami
francaproclamer
germanaausrufen; proklamieren
hispanaproclamar
italaproclamare; pubblicare
okcidenta frizonaôfkundigje; ôflêze
papiamentoproklamá
portugalaproclamar
saterlanda frizonaproklamierje; uutroupe