Informo pri la vorto joelen (nederlanda → esperanto: krii)

Sinonimoj: gieren, schreeuwen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈjulə(n)/
Dividojoe·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) joel(ik) joelde
(jij) joelt(jij) joelde
(hij) joelt(hij) joelde
(wij) joelen(wij) joelden
(jullie) joelen(jullie) joelden
(gij) joelt(gij) joeldet
(zij) joelen(zij) joelden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) joele(dat ik) joelde
(dat jij) joele(dat jij) joelde
(dat hij) joele(dat hij) joelde
(dat wij) joelen(dat wij) joelden
(dat jullie) joelen(dat jullie) joelden
(dat gij) joelet(dat gij) joeldet
(dat zij) joelen(dat zij) joelden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
joeljoelt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
joelend, joelende(hebben) gejoeld

Uzekzemploj

De wind joelde om de hut van Neppa Kornoelje en blies door de kieren naar binnen, zodat het er akelig tochtte.

Tradukoj

afrikansoskreeu
anglacry out; scream; cry; call out
ĉeĥakřičet; řvát; volat; vřískat
danaskrige
esperantokrii
feroaskríggja
finnahuutaa
francacrier
germanaschreien; rufen
hispanagritar
italagridare
jamajka-kreolashout
katalunacridar
latinoboare
norvegaskrike
okcidenta frizonaskreauwe; roppe
papiamentogrita
portugalaberrar; bradar; gritar
saterlanda frizonabroaskje; galpje; gilpe; gülpe; kriete; skräiwe; skreeuwe
surinamabari
svedahojta; skria; skrika; skråla
tajaร้อง
turkabağırmak