Informo pri la vorto etaleren (nederlanda → esperanto: elmontri)

Sinonimoj: blootleggen, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen

Vortspecoverbo
Prononco/etaˈlerə(n)/
Dividoeta·le·ren

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) etaleer(ik) etaleerde
(jij) etaleert(jij) etaleerde
(hij) etaleert(hij) etaleerde
(wij) etaleren(wij) etaleerden
(jullie) etaleren(jullie) etaleerden
(gij) etaleert(gij) etaleerdet
(zij) etaleren(zij) etaleerden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) etalere(dat ik) etaleerde
(dat jij) etalere(dat jij) etaleerde
(dat hij) etalere(dat hij) etaleerde
(dat wij) etaleren(dat wij) etaleerden
(dat jullie) etaleren(dat jullie) etaleerden
(dat gij) etaleret(dat gij) etaleerdet
(dat zij) etaleren(dat zij) etaleerden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
etaleeretaleert
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
etalerend, etalerende(hebben) geëtaleerd

Tradukoj

anglademonstrate; evidence; exhibit; manifest
esperantoelmontri
germanavorzeigen
hispanaexponer