Información sobre la palabra ofschoon (neerlandés → Esperanto: kvankam)

Sinónimos: al, alhoewel, hoewel, wel

Categoría gramaticalconjunción
Pronunciación/ɔfˈsxon/
Separaciónof·schoon

Muestras de uso

Ofschoon de ministers nu al lang met elkaar omgingen, heerste er geen vriendschappelijke sfeer en naarmate het banket vorderde, zetten ze met toenemende heftigheid hun eigen standpunten uiteen, zodat elk een karikatuur van zichzelf leek te zijn geworden.
„Dat is een toereikende omschrijving,” zei Glawen, „ofschoon we ook nog andere taken hebben.”
Biggles vuurde opnieuw, ofschoon hij niet veel munitie meer had.
Hij sprong op van schrik, ofschoon hij wist dat de deur gesloten was.

Traducciones

afrikáansalhoewel
albanésedhe pse; megjithëqë; megjithëse
alemánobgleich; obschon; wenn auch; obwohl; wennschon
bajo sajónalhowel; howel
catalánbé que; encara que; per bé que; si bé
checoačkoliv; ač; ačkoli
españolaunque
esperantokvankam; malgraŭ ke
feroéshóast
finésvaikka
francésquoique; bien que
frisón de Saterlandowwol; wan uk
frisón occidentalalhoewol’t; al; alhoewol
gaélico escocésged
griegoκαίτοι; μολονότι; αν και
inglésalthough; though; albeit
islandésþó að; þótt
italianobenche; benché; sebbene
luxemburguésobwuel
papiamentoanke; aunke; maske
polacochoć
portuguésainda que; conquanto; posto que
rumanodeși
rusoхотя
sranan tongoofskon
suajiliingawa
suecoehuru; ehuruväl; fastän; om än
tailandésถึงแม้น; แม้จะมี