Información sobre la palabra naar voren (neerlandés → Esperanto: antaŭen)

Sinónimos: voorover, voort, vooruit, voorwaarts, voor … uit

Categoría gramaticaladverbo
Pronunciación/naːrˈvoːrə(n)/
Separaciónnaar vo·ren

Muestras de uso

Uit de schaduwen aan het einde van de toonbank schoot een groen met zwarte slang naar voren.
Wij schoven verder naar voren en zagen niemand.
Eén van hen wilde naar voren lopen maar werd tegengehouden.
De prins beduidde men naar voren te treden.
Basher Tope boog zich naar voren.
„Dat meisje ziet er enigszins bekend uit”, zei Gérard, die naar voren was gekomen en nu naast me stond.