Información sobre la palabra verhogen (neerlandés → Esperanto: avancigi)

Sinónimo: bevorderen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/vərˈɦoɣə(n)/
Separaciónver·ho·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) verhoog(ik) verhoogde
(jij) verhoogt(jij) verhoogde
(hij) verhoogt(hij) verhoogde
(wij) verhogen(wij) verhoogden
(jullie) verhogen(jullie) verhoogden
(gij) verhoogt(gij) verhoogdet
(zij) verhogen(zij) verhoogden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) verhoge(dat ik) verhoogde
(dat jij) verhoge(dat jij) verhoogde
(dat hij) verhoge(dat hij) verhoogde
(dat wij) verhogen(dat wij) verhoogden
(dat jullie) verhogen(dat jullie) verhoogden
(dat gij) verhoget(dat gij) verhoogdet
(dat zij) verhogen(dat zij) verhoogden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
verhoogverhoogt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
verhogend, verhogende(hebben) verhoogd

Traducciones

alemánvorwärtsbringen; avancieren lassen
españolpromover
esperantoavancigi
inglésadvance