Información sobre la palabra getuigen (neerlandés → Esperanto: atesti)

Sinónimo: certificeren

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɣəˈtœy̯ɣə(n)/
Separaciónge·tui·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) getuig(ik) getuigde
(jij) getuigt(jij) getuigde
(hij) getuigt(hij) getuigde
(wij) getuigen(wij) getuigden
(jullie) getuigen(jullie) getuigden
(gij) getuigt(gij) getuigdet
(zij) getuigen(zij) getuigden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) getuige(dat ik) getuigde
(dat jij) getuige(dat jij) getuigde
(dat hij) getuige(dat hij) getuigde
(dat wij) getuigen(dat wij) getuigden
(dat jullie) getuigen(dat jullie) getuigden
(dat gij) getuiget(dat gij) getuigdet
(dat zij) getuigen(dat zij) getuigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
getuiggetuigt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
getuigend, getuigende(hebben) getuigd

Traducciones

alemánbeglaubigen; bescheinigen; bezeugen; bestätigen; belegen; beteuern; beweisen; Zeugnis ablegen; zeugen; erweisen
catalántestimoniar
españolatestiguar
esperantoatesti
feroésvátta
finéstodistaa
francésattester; démontrer; témoigner
frisón de Saterlandbetjuuge
ingléstestify; certify; witness
papiamentotestiguá
portuguésatestar; certificar; provar; testemunhar
rusoсвидетельствовать
suecoattestera; betyga