Información sobre la palabra toeschouwen (neerlandés → Esperanto: spekti)

Sinónimo: toeschouwer zijn

Categoría gramaticalverbo

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) schouw toe(ik) schouwde toe
(jij) schouwt toe(jij) schouwde toe
(hij) schouwt toe(hij) schouwde toe
(wij) schouwen toe(wij) schouwden toe
(jullie) schouwen toe(jullie) schouwden toe
(gij) schouwt toe(gij) schouwdet toe
(zij) schouwen toe(zij) schouwden toe
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) toeschouwe(dat ik) toeschouwde
(dat jij) toeschouwe(dat jij) toeschouwde
(dat hij) toeschouwe(dat hij) toeschouwde
(dat wij) toeschouwen(dat wij) toeschouwden
(dat jullie) toeschouwen(dat jullie) toeschouwden
(dat gij) toeschouwet(dat gij) toeschouwdet
(dat zij) toeschouwen(dat zij) toeschouwden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
schouw toeschouwt toe
Participios
Participio presenteParticipio pasado
toeschouwend, toeschouwende(hebben) toegeschouwd

Traducciones

alemánsich ansehen; sich anschauen
catalánésser espectador de; presenciar un espectacle
españolser espectador
esperantospekti
francésassister à; être spectateur de; regarder un spectacle
ingléswatch; view; witness
portuguésassistir a