Información sobre la palabra ontromen (neerlandés → Esperanto: senkremigi)

Sinónimos: afromen, romen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɔnˈtromə(n)/
Separaciónont·ro·men

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) ontroom(ik) ontroomde
(jij) ontroomt(jij) ontroomde
(hij) ontroomt(hij) ontroomde
(wij) ontromen(wij) ontroomden
(jullie) ontromen(jullie) ontroomden
(gij) ontroomt(gij) ontroomdet
(zij) ontromen(zij) ontroomden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) ontrome(dat ik) ontroomde
(dat jij) ontrome(dat jij) ontroomde
(dat hij) ontrome(dat hij) ontroomde
(dat wij) ontromen(dat wij) ontroomden
(dat jullie) ontromen(dat jullie) ontroomden
(dat gij) ontromet(dat gij) ontroomdet
(dat zij) ontromen(dat zij) ontroomden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
ontroomontroomt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
ontromend, ontromende(hebben) ontroomd

Traducciones

alemánabsahnen; entrahmen
españoldesnatar
esperantosenkremigi
ingléscream; skim
italianoscremare