Información sobre la palabra bewandelen (neerlandés → Esperanto: sekvi)

Sinónimos: bijhouden, volgen, voortvloeien

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈʋɑndələ(n)/
Separaciónbe·wan·de·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) bewandel(ik) bewandelde
(jij) bewandelt(jij) bewandelde
(hij) bewandelt(hij) bewandelde
(wij) bewandelen(wij) bewandelden
(jullie) bewandelen(jullie) bewandelden
(gij) bewandelt(gij) bewandeldet
(zij) bewandelen(zij) bewandelden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) bewandele(dat ik) bewandelde
(dat jij) bewandele(dat jij) bewandelde
(dat hij) bewandele(dat hij) bewandelde
(dat wij) bewandelen(dat wij) bewandelden
(dat jullie) bewandelen(dat jullie) bewandelden
(dat gij) bewandelet(dat gij) bewandeldet
(dat zij) bewandelen(dat zij) bewandelden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
bewandelbewandelt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
bewandelend, bewandelende(hebben) bewandeld

Muestras de uso

Worden de bedrijfseconomische, fiscale en juridische wegen wel goed en tijdig bewandeld?

Traducciones

afrikáansvolg
alemánfolgen
bajo sajónvolgen
catalánseguir
criolla jamaiquinafala
checonásledovat; sledovat; vyplývat
danésfølge
españolseguir
esperantosekvi
feroésfylgja
finésseurata
francéssuivre
frisón de Saterlandfoulgje
frisón occidentalfolgje
gaélico escocéslean
griegoακολουθώ
inglésfollow; come after; succeed; trail; ensue
inglés antiguofolgian; fylgan
italianoseguire
latínsequi
luxemburguésfollegen
malayoikuti; mengikuti
papiamentosigui
portuguésseguir; suceder
suecofölja