Información sobre la palabra reglementeren (neerlandés → Esperanto: reguligi)

Sinónimos: regelen, reguleren, vereffenen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/reɣləmɛnˈterə(n)/
Separaciónre·gle·men·te·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) reglementeer(ik) reglementeerde
(jij) reglementeert(jij) reglementeerde
(hij) reglementeert(hij) reglementeerde
(wij) reglementeren(wij) reglementeerden
(jullie) reglementeren(jullie) reglementeerden
(gij) reglementeert(gij) reglementeerdet
(zij) reglementeren(zij) reglementeerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) reglementere(dat ik) reglementeerde
(dat jij) reglementere(dat jij) reglementeerde
(dat hij) reglementere(dat hij) reglementeerde
(dat wij) reglementeren(dat wij) reglementeerden
(dat jullie) reglementeren(dat jullie) reglementeerden
(dat gij) reglementeret(dat gij) reglementeerdet
(dat zij) reglementeren(dat zij) reglementeerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
reglementeerreglementeert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
reglementerend, reglementerende(hebben) gereglementeerd

Traducciones

afrikáansreël
alemánberichtigen
españolreglamentar
esperantoreguligi; reguli
francésrégler
frisón de Saterlandbegjuchtigje; begjuchtje; ferbeeterje; korrigierje
inglésregulate
portuguésregularizar
turcoayarlamak