Información sobre la palabra voorstellen (neerlandés → Esperanto: proponi)

Sinónimos: bieden, uitloven, voorslaan

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈvorstɛlə(n)/
Separaciónvoor·stel·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) stel voor(ik) stelde voor
(jij) stelt voor(jij) stelde voor
(hij) stelt voor(hij) stelde voor
(wij) stellen voor(wij) stelden voor
(jullie) stellen voor(jullie) stelden voor
(gij) stelt voor(gij) steldet voor
(zij) stellen voor(zij) stelden voor
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) voorstelle(dat ik) voorstelde
(dat jij) voorstelle(dat jij) voorstelde
(dat hij) voorstelle(dat hij) voorstelde
(dat wij) voorstellen(dat wij) voorstelden
(dat jullie) voorstellen(dat jullie) voorstelden
(dat gij) voorstellet(dat gij) voorsteldet
(dat zij) voorstellen(dat zij) voorstelden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
stel voorstelt voor
Participios
Participio presenteParticipio pasado
voorstellend, voorstellende(hebben) voorgesteld

Muestras de uso

Wat voor termijn zou je willen voorstellen?
Daarom stelde ik u voor nu van boord te gaan.
En ik stel voor achter de markies aan te gaan om hem op zijn plicht te wijzen.
„Laten we eens gaan kijken of we die blanken in de jungle kunnen vinden”, stelde hij voor.
Heel goed, ik zal doen wat u voorstelt.

Traducciones

alemánbeantragen; vorschlagen
bajo sajónvöärstellen
catalánoferir; proposar
checonavrhnout
danésbyde; foreslå; tilbyde
españolofrecer; proponer
esperantoproponi
feroésbjóða; skjóta upp
finésehdottaa
francésproposer
frisón de Saterlandbeandreege; foarslo; proponierje
frisón occidentalbiede; foarslaan; oanbiede
ingléspropose; suggest; propound
italianoproporre
papiamentoproponé
polacoproponować
portuguésoferecer; propor
rumanopropune
suecobjuda
tailandésแนะ; แนะนำ; ยื่น