Información sobre la palabra behartigen (neerlandés → Esperanto: prizorgi)

Sinónimo: verzorgen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈɦɑrtəɣə(n)/
Separaciónbe·har·ti·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) behartig(ik) behartigde
(jij) behartigt(jij) behartigde
(hij) behartigt(hij) behartigde
(wij) behartigen(wij) behartigden
(jullie) behartigen(jullie) behartigden
(gij) behartigt(gij) behartigdet
(zij) behartigen(zij) behartigden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) behartige(dat ik) behartigde
(dat jij) behartige(dat jij) behartigde
(dat hij) behartige(dat hij) behartigde
(dat wij) behartigen(dat wij) behartigden
(dat jullie) behartigen(dat jullie) behartigden
(dat gij) behartiget(dat gij) behartigdet
(dat zij) behartigen(dat zij) behartigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
behartigbehartigt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
behartigend, behartigende(hebben) behartigd

Muestras de uso

Hij is twee jaar geleden gestorven, maar hij was jarenlang een goede vriend van me en hij behartigde tevens al mijn juridische belangen.
Weet u zeker dat u bekwaam bent om uw eigen belangen te behartigen?
Ik heb de zaken van prins Jan, ons beider heer, behartigd.

Traducciones

afrikáansversorg; oppas
alemánversorgen; sorgen für; umsorgen; pflegen; betreuen; besorgen; sich kümmern um
españolatender a; cuidar de
esperantoprizorgi
feroéshava í hondum; síggja til
francéssoigner
frisón de Saterlandfersuurgje
ingléslook after
italianoprendere a cuore
polacozadbać
portuguésprovidenciar
tailandésเลี้ยง; เลี้ยงดู