Información sobre la palabra bekoelen (neerlandés → Esperanto: malvarmetiĝi)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈkulə(n)/
Separaciónbe·koe·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) bekoel(ik) bekoelde
(jij) bekoelt(jij) bekoelde
(hij) bekoelt(hij) bekoelde
(wij) bekoelen(wij) bekoelden
(jullie) bekoelen(jullie) bekoelden
(gij) bekoelt(gij) bekoeldet
(zij) bekoelen(zij) bekoelden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) bekoele(dat ik) bekoelde
(dat jij) bekoele(dat jij) bekoelde
(dat hij) bekoele(dat hij) bekoelde
(dat wij) bekoelen(dat wij) bekoelden
(dat jullie) bekoelen(dat jullie) bekoelden
(dat gij) bekoelet(dat gij) bekoeldet
(dat zij) bekoelen(dat zij) bekoelden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
bekoelbekoelt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
bekoelend, bekoelende(zijn) bekoeld

Traducciones

españolenfriarse
esperantomalvarmetiĝi
ingléscool; cool down