Información sobre la palabra ontketenen (neerlandés → Esperanto: lanĉi)

Sinónimos: lanceren, uitschrijven, van stapel laten lopen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ɔntˈketənə(n)/
Separaciónont·ke·te·nen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) ontketen(ik) ontketende
(jij) ontketent(jij) ontketende
(hij) ontketent(hij) ontketende
(wij) ontketenen(wij) ontketenden
(jullie) ontketenen(jullie) ontketenden
(gij) ontketent(gij) ontketendet
(zij) ontketenen(zij) ontketenden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) ontketene(dat ik) ontketende
(dat jij) ontketene(dat jij) ontketende
(dat hij) ontketene(dat hij) ontketende
(dat wij) ontketenen(dat wij) ontketenden
(dat jullie) ontketenen(dat jullie) ontketenden
(dat gij) ontketenet(dat gij) ontketendet
(dat zij) ontketenen(dat zij) ontketenden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
ontketenontketent
Participios
Participio presenteParticipio pasado
ontketenend, ontketenende(hebben) ontketend

Traducciones

afrikáanslanseer
bajo sajónlanceren
catalánavarar; llançar
españollanzar
esperantolanĉi
feroésbera fram; koma við
finéslaskea vesille
francéslancer
ingléslaunch