Información sobre la palabra bevredigen (neerlandés → Esperanto: kontentigi)

Sinónimos: paaien, tegemoetkomen aan, tevreden stellen, voldoen, tevredenstellen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/bəˈvredəɣə(n)/
Separaciónbe·vre·di·gen

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) bevredig(ik) bevredigde
(jij) bevredigt(jij) bevredigde
(hij) bevredigt(hij) bevredigde
(wij) bevredigen(wij) bevredigden
(jullie) bevredigen(jullie) bevredigden
(gij) bevredigt(gij) bevredigdet
(zij) bevredigen(zij) bevredigden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) bevredige(dat ik) bevredigde
(dat jij) bevredige(dat jij) bevredigde
(dat hij) bevredige(dat hij) bevredigde
(dat wij) bevredigen(dat wij) bevredigden
(dat jullie) bevredigen(dat jullie) bevredigden
(dat gij) bevrediget(dat gij) bevredigdet
(dat zij) bevredigen(dat zij) bevredigden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
bevredigbevredigt
Participios
Participio presenteParticipio pasado
bevredigend, bevredigende(hebben) bevredigd

Muestras de uso

Maar dat bevredigde hem toch niet geheel.
Die onderneming had echter niet echt bevredigende resultaten opgeleverd.

Traducciones

alemánbefriedigen; zufriedenstellen
españolcomplacer
esperantokontentigi
francéscontenter; satisfaire
frisón de Saterlandbefreedigje; toufreestaale
ingléssatisfy; gratify
portuguéssatisfazer
tailandésต้อง