Información sobre la palabra meedelen (neerlandés → Esperanto: komuniki)

Sinónimos: berichten, mededelen, voortzeggen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈmedelə(n)/
Separaciónmee·de·len

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) deel mee(ik) deelde mee
(jij) deelt mee(jij) deelde mee
(hij) deelt mee(hij) deelde mee
(wij) delen mee(wij) deelden mee
(jullie) delen mee(jullie) deelden mee
(gij) deelt mee(gij) deeldet mee
(zij) delen mee(zij) deelden mee
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) meedele(dat ik) meedeelde
(dat jij) meedele(dat jij) meedeelde
(dat hij) meedele(dat hij) meedeelde
(dat wij) meedelen(dat wij) meedeelden
(dat jullie) meedelen(dat jullie) meedeelden
(dat gij) meedelet(dat gij) meedeeldet
(dat zij) meedelen(dat zij) meedeelden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
deel meedeelt mee
Participios
Participio presenteParticipio pasado
meedelend, meedelende(hebben) meegedeeld

Muestras de uso

Wat ik u zal meedelen, zal noodzakelijkerwijs voldoende voor u moeten zijn.

Traducciones

afrikáansberig
alemánanschließen; mitteilen; teilhaftig machen; kommunizieren; in Kenntnis setzen; übertragen; verbinden; in Verbindung bringen; den Verkehr vermitteln
bajo sajónberichten
cataláncomunicar
españolcomunicar
esperantokomuniki
feroéskunngera; upplýsa
francéscommuniquer
frisón de Saterlandansluute; deelhaftich moakje; ferbiende; meedeele
ingléscommunicate; impart
italianoannunciare; comunicare
papiamentokomuniká
polacokomunikować; powiadamiać
portuguéscomunicar; participar