Información sobre la palabra typeren (neerlandés → Esperanto: karakterizi)

Sinónimos: beschrijven, karakteriseren, kenmerken, tekenen, kentekenen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/tiˈperə(n)/
Separaciónty·pe·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) typeer(ik) typeerde
(jij) typeert(jij) typeerde
(hij) typeert(hij) typeerde
(wij) typeren(wij) typeerden
(jullie) typeren(jullie) typeerden
(gij) typeert(gij) typeerdet
(zij) typeren(zij) typeerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) typere(dat ik) typeerde
(dat jij) typere(dat jij) typeerde
(dat hij) typere(dat hij) typeerde
(dat wij) typeren(dat wij) typeerden
(dat jullie) typeren(dat jullie) typeerden
(dat gij) typeret(dat gij) typeerdet
(dat zij) typeren(dat zij) typeerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
typeertypeert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
typerend, typerende(hebben) getypeerd

Muestras de uso

Dat typeert hun in vroomheid vermomde nihilisme.
U hebt hem juist getypeerd.

Traducciones

alemáncharakterisieren; kennzeichnen; treffend darstellen
españolcaracterizar
esperantokarakterizi
frisón de Saterlandcharakterisierje; känteekenje; liekteekenje
ingléscharacterize
luxemburguésbeschreiwen
polacocharakteryzować
portuguéscaracterizar
suecokarakterisera