Información sobre la palabra karakteriseren (neerlandés → Esperanto: karakterizi)

Sinónimos: beschrijven, kenmerken, tekenen, typeren, kentekenen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/karɑktəriˈzerə(n)/
Separaciónka·rak·te·ri·se·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) karakteriseer(ik) karakteriseerde
(jij) karakteriseert(jij) karakteriseerde
(hij) karakteriseert(hij) karakteriseerde
(wij) karakteriseren(wij) karakteriseerden
(jullie) karakteriseren(jullie) karakteriseerden
(gij) karakteriseert(gij) karakteriseerdet
(zij) karakteriseren(zij) karakteriseerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) karakterisere(dat ik) karakteriseerde
(dat jij) karakterisere(dat jij) karakteriseerde
(dat hij) karakterisere(dat hij) karakteriseerde
(dat wij) karakteriseren(dat wij) karakteriseerden
(dat jullie) karakteriseren(dat jullie) karakteriseerden
(dat gij) karakteriseret(dat gij) karakteriseerdet
(dat zij) karakteriseren(dat zij) karakteriseerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
karakteriseerkarakteriseert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
karakteriserend, karakteriserende(hebben) gekarakteriseerd

Traducciones

alemáncharakterisieren; kennzeichnen; treffend darstellen
españolcaracterizar
esperantokarakterizi
frisón de Saterlandcharakterisierje; känteekenje; liekteekenje
ingléscharacterize
luxemburguésbeschreiwen
polacocharakteryzować
portuguéscaracterizar
suecokarakterisera