Información sobre la palabra boomstam (neerlandés → Esperanto: trunko)

Sinónimos: romp, stam

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/ˈbomstɑm/
Separaciónboom·stam
Géneromasculino
Pluralboomstammen

Diminutivo
SingularPlural
boomstammetjeboomstammetjes

Muestras de uso

Frodo leunde met zijn rug tegen de boomstam en sloot de ogen.
Je moet iemand zoeken met benen als boomstammen.
Hij naderde ongezien, voortsluipend van boomstam tot boomstam.
De politie kon voorkomen dat er boomstammen op de snelweg werden gelegd.
Nu begrijpt u waarom al die boomstammen nog op de oevers liggen.

Traducciones

afrikáansstam
alemánStamm; Baumstamm; Strunk
catalántronc
danésstamme
españoltronco
esperantotrunko; arbotrunko
feroésbulur
francéstronc
frisón de SaterlandBoomstam; Stam; Strunk
inglésstem; bole; log; tree‐trunk
italianotronco
luxemburguésStamm
portuguéscaule; tronco
suecostam
tailandésต้น