Información sobre la palabra uitsluiten (neerlandés → Esperanto: ekskluzivi)

Sinónimos: buitensluiten, weren

Categoría gramatical	verbo
Pronunciación	/ˈœy̯̯̯tslœy̯̯̯tə(n)/
Separación	uit·slui·ten

Conjugación

Modo indicativo
Presente	Pasado
(ik) sluit uit	(ik) sloot uit
(jij) sluit uit	(jij) sloot uit
(hij) sluit uit	(hij) sloot uit
(wij) sluiten uit	(wij) sloten uit
(jullie) sluiten uit	(jullie) sloten uit
(gij) sluit uit	(gij) sloot uit
(zij) sluiten uit	(zij) sloten uit
Modo subjuntivo
Presente	Pasado
(dat ik) uitsluite	(dat ik) uitslote
(dat jij) uitsluite	(dat jij) uitslote
(dat hij) uitsluite	(dat hij) uitslote
(dat wij) uitsluiten	(dat wij) uitsloten
(dat jullie) uitsluiten	(dat jullie) uitsloten
(dat gij) uitsluitet	(dat gij) uitslotet
(dat zij) uitsluiten	(dat zij) uitsloten
Modo imperativo
Singular/Plural	Plural
sluit uit	sluit uit
Participios
Participio presente	Participio pasado
uitsluitend, uitsluitende	(hebben) uitgesloten

Muestras de uso

Steeds meer landen willen Rusland uitsluiten van het internationale betalingssysteem SWIFT.

Volgens PVV‐leider Geert Wilders heeft het Westen „enorm geblunderd door een NAVO‐lidmaatschap van de Oekraïne niet uit te sluiten”.

Dat is een mogelijkheid die ik niet helemaal uitsluit.

De politie sluit een misdrijf niet uit.

Traducciones

alemán	ausschließen; ausnehmen; nicht mit einbeziehen
español	excluir
esperanto	ekskluzivi; ekskludi
inglés	exclude; bar; ostracize; rule out
portugués	deixar excluído; excluir