Información sobre la palabra respijt (neerlandés → Esperanto: prokrasto)

Sinónimos: oponthoud, opschorting, uitstel, verdaging, verlating, verlet

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/rɛˈspɛi̯t/
Separaciónres·pijt
Géneroneutro

Muestras de uso

De uitval op de Rots had slechts een kort respijt opgeleverd.
Als het respijt niet wordt verlengd, valt te verwachten dat de Europese Commissie meteen terugslaat.
De week respijt verstreek zonder bijzondere gebeurtenissen.

Traducciones

alemánAufschub; Verzögerung
checoodklad; prodlení; zdržení; zpoždění
españolretraso
esperantoprokrasto
francéssursis
frisón de SaterlandÄntsät; Aplätteräi; Uutstal
inglésdelay
portuguésadiamento; demora; protelação
suecoanstånd; uppskov