Información sobre la palabra uithuwelijken (neerlandés → Esperanto: edzinigi)

Sinónimos: in de echt verbinden, trouwen, uithuwen, tot vrouw nemen

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈœy̯tɦyʋələkə(n)/
Separaciónuit·hu·we·lij·ken

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) huwelijk uit(ik) huwelijkte uit
(jij) huwelijkt uit(jij) huwelijkte uit
(hij) huwelijkt uit(hij) huwelijkte uit
(wij) huwelijken uit(wij) huwelijkten uit
(jullie) huwelijken uit(jullie) huwelijkten uit
(gij) huwelijkt uit(gij) huwelijktet uit
(zij) huwelijken uit(zij) huwelijkten uit
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) uithuwelijke(dat ik) uithuwelijkte
(dat jij) uithuwelijke(dat jij) uithuwelijkte
(dat hij) uithuwelijke(dat hij) uithuwelijkte
(dat wij) uithuwelijken(dat wij) uithuwelijkten
(dat jullie) uithuwelijken(dat jullie) uithuwelijkten
(dat gij) uithuwelijket(dat gij) uithuwelijktet
(dat zij) uithuwelijken(dat zij) uithuwelijkten
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
huwelijk uithuwelijkt uit
Participios
Participio presenteParticipio pasado
uithuwelijkend, uithuwelijkende(hebben) uitgehuwelijkt

Muestras de uso

Het kind was voor een bedrag van iets meer dan 2000 euro uitgehuwelijkt door haar stiefvader.
Over een paar jaar zou Madouc ongetwijfeld tot zijn voordeel kunnen worden uitgehuwelijkt.

Traducciones

afrikáanstrou
alemánzur Ehefrau machen; verheiraten
checooženit se; provdat se; vdát se
españolcasar
esperantoedzinigi
frisón de Saterlandhilkje; sik ferhilkje
inglésmarry away
luxemburguésbestueden
polacowydać za mąż
portuguéscasar