Información sobre la palabra mineren (neerlandés → Esperanto: mini)

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/miˈnerə(n)/
Separaciónmi·ne·ren

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) mineer(ik) mineerde
(jij) mineert(jij) mineerde
(hij) mineert(hij) mineerde
(wij) mineren(wij) mineerden
(jullie) mineren(jullie) mineerden
(gij) mineert(gij) mineerdet
(zij) mineren(zij) mineerden
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) minere(dat ik) mineerde
(dat jij) minere(dat jij) mineerde
(dat hij) minere(dat hij) mineerde
(dat wij) mineren(dat wij) mineerden
(dat jullie) mineren(dat jullie) mineerden
(dat gij) mineret(dat gij) mineerdet
(dat zij) mineren(dat zij) mineerden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
mineermineert
Participios
Participio presenteParticipio pasado
minerend, minerende(hebben) gemineerd

Traducciones

españolminar
esperantomini
inglésmine
portuguésminar