Información sobre la palabra naastgelegen (neerlandés → Esperanto: apuda)

Sinónimos: aangrenzend, aanliggend, dichtbijgelegen, dichtbijzijnd, nabij

Categoría gramaticaladjetivo
Pronunciación/ˈnastxəleɣə(n)/
Separaciónnaast·ge·le·gen

Muestras de uso

De brandweer rukte met groot materieel uit, maar kon niet voorkomen dat de vlammen oversloegen naar de twee naastgelegen woningen.
In het naastgelegen Leersumse Veld komt de nachtzwaluw voor.

Traducciones

alemánangrenzend; anstoßend; daneben befindlich; nebenan befindlich; Neben‐; nebenstehend
catalánveí
españoladyacente; contiguo; vecino
esperantoapuda
francésadjacent
frisón de Saterlandangränsjend; ansteetend
frisón occidentalneistlizzend
húngaromelletti
inglésadjacent; adjoining
portuguésadjacente; apenso; contíguo; junto; próximo; vizinho