Información sobre la palabra sinjeur (neerlandés → Esperanto: sinjoro)

Sinónimos: heerschap, here, meneer, heer

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/sɪˈŋør/
Separaciónsin·jeur
Géneromasculino
Pluralsinjeuren

Diminutivo
SingularPlural
sinjeurtjesinjeurtjes

Muestras de uso

Hij liet zijn identificatie zien aan sinjeur Kyrbs, die hem haastig meetroonde naar een kantoortje achteraf, opdat de cliënten met hoge connecties de aanwezigheid van een politieman niet zouden opmerken.
Wie voor de duivel zijt gij, sinjeur?
Waarom bent u dan een half uur te laat, sinjeur?
Het spijt me dat ik u lastig val, sinjeur, maar wat moeten we doen met deze heer?
Maar wie bent u, sinjeur?

Traducciones

afrikáansmeneer; heer
albanészotëri
alemánHerr
catalánsenyor
criolla jamaiquinasa; Mista; Maas
checopan
danésherr; herre
españolcaballero; señor
esperantosinjoro
feroésharra; harri
finésherra
francésmonsieur
frisón de SaterlandHeer
frisón occidentalhear; mynhear
húngarobácsi; úr
ingléslord; gent; Mr.; mister; Master; sir
inglés antiguodryhten; hlaford; frea
islandésherra
italianosignore
latíndominus
luxemburguésHär
malayoTuan
noruegoherre; herr
papiamentokabayero; menér; señor
polacopan
portuguésamo; patrão; senhor
rumanodomnul
rusoгосподин
suajilibwana
suecoherr; herre
tailandésนาย; สุภาพบุรุษ
turcobay; bey; beyefendi