Información sobre la palabra optreden (neerlandés → Esperanto: prezenti)

Sinónimos: aanbieden, voorschotelen, bieden, doen, indienen, presenteren, spelen, vertonen, voorstellen, voorzetten, brengen, inbrengen, offreren

Categoría gramaticalverbo
Pronunciación/ˈɔptredə(n)/
Separaciónop·tre·den

Conjugación

Modo indicativo
PresentePasado
(ik) treed op(ik) trad op
(jij) treedt op(jij) trad op
(hij) treedt op(hij) trad op
(wij) treden op(wij) traden op
(jullie) treden op(jullie) traden op
(gij) treedt op(gij) tradt op
(zij) treden op(zij) traden op
Modo subjuntivo
PresentePasado
(dat ik) optrede(dat ik) optrade
(dat jij) optrede(dat jij) optrade
(dat hij) optrede(dat hij) optrade
(dat wij) optreden(dat wij) optraden
(dat jullie) optreden(dat jullie) optraden
(dat gij) optredet(dat gij) optradet
(dat zij) optreden(dat zij) optraden
Modo imperativo
Singular/PluralPlural
treed optreedt op
Participios
Participio presenteParticipio pasado
optredend, optredende(hebben) opgetreden

Traducciones

afrikáansoptree
alemánaufführen; bieten; anbieten; darstellen; vorstellen; präsentieren; sich bieten
bajo sajónpresenteren; vöärstellen
catalánpresentar
danésforestille; præsentere; servere; udføre
españolpresentar; representar; retratar
esperantoprezenti
feroésbera fram; kunna; nevna; vísa
finésesittää
francésoffrir; présenter
frisón de Saterlandanbjoode; apfiere; bjoode; deerstaale; foarstaale
frisón occidentaloanbiede; ôfbyldzje; biede; bringe; dwaan
inglésperform
islandéskynna
italianopresentare
noruegopresentere
papiamentopresentá
polacoprzedstawiać
portuguésapresentar; oferecer
rumanointroduce; prezenta
suecopresentera
tailandésถวาย; แนะนำ; ยื่น