Información sobre la palabra kaars (neerlandés → Esperanto: kandelo)

Categoría gramaticalsustantivo
Pronunciación/kaːrs/
Separaciónkaars
Génerohistóricamente femenino, actualmente también masculino
Pluralkaarsen

Diminutivo
SingularPlural
kaarsjekaarsjes

Muestras de uso

Hij nam de kaars en begon het gewelf er systematisch mee af te zoeken.
Met die woorden liep hij de trap af naar de studeerkamer, en daar trof hij zijn vriend aan, die bij het licht van een kaars in een doosje zat te kijken.
Op Bommelstein waren de kaarsen aangestoken, en terwijl de gasten op de maaltijd wachtten, schonk heer Bommel de glazen vol.
Hij bracht kaarsen en een blad vol borden.

Traducciones

afrikáanskers
alemánKerze
cataláncandela; espelma
criolla jamaiquinakyanggl
escocéscaunle
españolbujía; vela
esperantokandelo
galéscannwyll
griegoκερί
ingléscandle
papiamentobela
polacoświeca
tagalokandilà