Información sobre la palabra angstwekkend (neerlandés → Esperanto: timiga)

Sinónimos: angstaanjagend, beangstigend, benauwd, vervaarlijk, vreeswekkend

Categoría gramaticaladjetivo
Pronunciación/ɑŋstˈʋɛkənt/
Separaciónangst·wek·kend

Grados de comparación

Positivoangstwekkend
Comparativoangstwekkender
Superlativoangstwekkendst

Declinación

 PositivoComparativoSuperlativo
Predicativoangstwekkendangstwekkender(het) angstwekkendst, (het) angstwekkendste
AtributivoIndefinidoPlural masulino y femininoangstwekkendeangstwekkendereangstwekkendste
Singular masculinoangstwekkendangstwekkenderangstwekkendst
Pluralangstwekkendeangstwekkendereangstwekkendste
Definidoangstwekkendeangstwekkendereangstwekkendste
Partitivoangstwekkendsangstwekkenders 

Muestras de uso

Wat is daar nu voor angstwekkends aan?
De anderen waren zo geschrokken van het angstwekkende avontuur dat ze de hele expeditie maar het liefst zouden hebben opgegeven.
Ik kan me geen angstwekkender nieuws voorstellen dan uw toespelingen en waarschuwingen.

Traducciones

alemángrausig
españoltemeroso
esperantotimiga
francésformidable; sinistre
frisón de Saterlandeekelk; gjouelk
inglésalarming