Informatie over het woord ambtelijk (Nederlands → Esperanto: ofica)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈɑmtələk/
Afbrekingamb·te·lijk

Trappen van vergelijking

Stellende trapambtelijk
Vergrotende trapambtelijker
Overtreffende trapambtelijkst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefambtelijkambtelijker(het) ambtelijkst, (het) ambtelijkste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudambtelijkeambtelijkereambtelijkste
Onzijdig enkelvoudambtelijkambtelijkerambtelijkst
Meervoudambtelijkeambtelijkereambtelijkste
Bepaaldambtelijkeambtelijkereambtelijkste
Partitiefambtelijksambtelijkers 

Voorbeelden van gebruik

Het moet een ambtelijke vergissing zijn, waarde heer.
Volgens de aanklagers staat vast dat de vroegere Noordhollandse provinciebestuurder zich schuldig heeft gemaakt aan ambtelijke corruptie, valsheid in geschrifte en het witwassen van bijna een half miljoen euro.
Als u erop staat, wil ik het ambtelijke gedeelte wel op mij nemen.

Vertalingen

Duitsamtlich
Engelsofficial
Esperantoofica
Nederduitsambtelik
Poolssłużbowy; urzędowy
Saterfriesamtelk
Spaansoficial
Tsjechischoficiální; úřední
Westerlauwers Friesamtlik