Informatie over het woord lavendel (Nederlands → Esperanto: lavendo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/laˈvɛndəl/
Afbrekingla·ven·del

Voorbeelden van gebruik

Hij rook de zware, misselijkmakende geur van lavendel.

Vertalingen

Catalaansespígol
Deenslavendel
DuitsLawendel; Lavendel
Engelslavender
Esperantolavendo
Finslaventeli
Franslavande
Hongaarslevendula
Italiaanslavanda
Latijncasia
Poolslawenda
Russischлаванда
SaterfriesLavendel
Spaansespliego
Thaisลาเวนเดอร์
Tsjechischlevandule