Informatie over het woord hagel (Nederlands → Esperanto: hajlo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦaɣəl/
Afbrekingha·gel
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

De buien gaan mogelijk gepaard met hagel en zware windstoten.

Vertalingen

Afrikaanshael
Catalaanscalabruixada; calamarsada; pedregada
Deenshagl
DuitsHagel
Engelshail
Engels (Oudengels)hagol; hægl
Esperantohajlo
Finsraesade
Fransgrêle
IJslandshagl
Italiaansgrandine
Noorshagl
Papiamentshagel
Poolsgrad
Portugeeschuva‐de‐pedra; granizo
Russischград
SaterfriesHail
Spaansgranizo; piedra
Srananagra
Thaisลูกเห็บ
Tsjechischkrupobití
Turksdolu
Westerlauwers Frieshagel
Zweedshagel