Informatie over het woord beige (Nederlands → Esperanto: flavgriza)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈbɛːzjə/
Afbrekingbei·ge

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoud
Onzijdig enkelvoudbeige
Meervoud
Bepaald
Partitiefbeiges

Voorbeelden van gebruik

De mannen waren gekleed in tunieken van beige en zwarte stof met donkerrode sjerpen, zo aan elkaar gelijk dat het wel militaire uniformen leken.
Hij reed in een beige Volvo.

Vertalingen

Engelsbeige
Esperantoflavgriza
Fransbeige
Noorsbeige
Spaansbeige