Informatie over het woord nok (Nederlands → Esperanto: firsto)

Synoniem: vorst

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/nɔk/
Afbrekingnok
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudnokken

Voorbeelden van gebruik

Het huis was al gauw tot de nok toe gevuld met loodgieters, stukadoors, timmerlieden en behangers en wij, de familie, werden ondergebracht in de kamers die wij van de werklieden mochten gebruiken.

Vertalingen

DuitsFirst; Dachfirst; Bergkamm
Engelsridge
Esperantofirsto
Faeröersmøna
Fransarête
Italiaanscresta
Noorsnokke
Spaanscaballete