Synoniemen: fraai, knap, mooi, net
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /sxon/ |
---|
Afbreking | schoon |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | schoon |
---|
Vergrotende trap | schoner |
---|
Overtreffende trap | schoonst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | schoon | schoner | (het) schoonst, (het) schoonste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | schone | schonere | schoonste |
---|
Onzijdig enkelvoud | schoon | schoner | schoonst |
---|
Meervoud | schone | schonere | schoonste |
---|
Bepaald | schone | schonere | schoonste |
---|
Partitief | schoons | schoners | |
---|
Het was een schone voorjaarsdag.
Bent u bereid het schone, doch moeilijke leven van een dichter te gaan leiden?
Over enkele ogenblikken zal een meisje zo schoon als de dageraad hier komen om u te vermaken.
Dat is de schoonste van alle woonplaatsen van mijn volk.
Nimmer weer zag Frodo dat schone land.
O kinderen, ik denk opeens aan een schoon verhaal van Edith.
Op die manier gaat er zoveel schoons verloren, nietwaar?