Informatie over het woord gronden (Nederlands → Esperanto: bazi)

Synoniem: baseren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣrɔndə(n)/
Afbrekinggron·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) grond(ik) grondde
(jij) grondt(jij) grondde
(hij) grondt(hij) grondde
(wij) gronden(wij) grondden
(jullie) gronden(jullie) grondden
(gij) grondt(gij) gronddet
(zij) gronden(zij) grondden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) gronde(dat ik) grondde
(dat jij) gronde(dat jij) grondde
(dat hij) gronde(dat hij) grondde
(dat wij) gronden(dat wij) grondden
(dat jullie) gronden(dat jullie) grondden
(dat gij) grondet(dat gij) gronddet
(dat zij) gronden(dat zij) grondden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
grondgrondt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
grondend, grondende(hebben) gegrond

Vertalingen

Duitsbasieren; gründen; stützen
Engelsbase
Esperantobazi; surbazigi
Fransbaser
Italiaansbasare; fondare
Nederduitsbaseren
Portugeesbasear; dar base
Russischбазировать
Spaansbasar; fundar
Westerlauwers Friesbasearje
Zweedsbasera