Informatie over het woord chalet (Nederlands → Esperanto: ĉaledo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sjaˈlɛ/
Afbrekingcha·let
Geslachtmanlijk of onzijdig
Meervoudchalets

Voorbeelden van gebruik

Bij het eerste chalet kocht hij een kop melk en maakte een praatje met de vrouw en vroeg zo terloops of hier weleens gasten uit het dorp kwamen.

Vertalingen

DuitsChalet
Engelschalet
Esperantoĉaledo; ĉaleto